Ik ben nu een paar dagen in Nederland en zit mezelf gigantisch in de weg. Royden is keihard aan het werk, maar lijkt steeds bezig te zijn met klussen die niet op onze prioriteitenlijst staan. Ik vraag me af of het een onbewust saboterende beweging is vanuit zijn kant of dat het noodzakelijke klussen zijn. Het irriteert me, terwijl ik zie dat hij zo zijn best doet. Ik wil hem daarom zeker ook niet afvallen, maar er is een stemmetje in mij dat het graag anders ziet…
Als ik er op in voel, besef ik me dat ik een ideaal plaatje voor ogen heb. Dat als ik over tien dagen terug ben in Engeland, de camper gerenoveerd is en we samen op pad kunnen. Dat ik niet weer in dezelfde situatie beland, waarbij ik me opgesloten voel bij zijn ouders op het erf. In gedachten probeer ik allerlei scenario’s te bedenken waarbij ik het in elk geval anders aan kan pakken als ik terug ben. Maar diep van binnen voel ik vooral teleurstelling en weerstand. Want: “Zo wil ik het niet!” “Zo hadden we het niet bedacht!”
Dat het leven ons niet altijd geeft wat we wensen, maar wel wat we nodig hebben, vergeet ik voor het gemak even.
In een nieuwsbrief lees ik het artikel van the Chinese farmer, die alle situaties in zijn leven aanvaardt. Niet als goed of fout, maar ‘zoals het is’. Ik voel een kleine opening die me vertelt dat ook onze situatie precies is zoals het klaarblijkelijk heeft te zijn. Maar toch…. Mijn ego wil er nog niet helemaal in mee.
Als ik Royden op dag vier spreek, is hij nog steeds bezig met de bedrading. Hij blijft puzzelen en uitzoeken, maar lijkt niet heel veel op te schieten. Hij heeft al diverse handleidingen gedownload, maar de kloppende zit er steeds niet bij. Hij is geenszins van plan de moed op te geven; ik word er daarentegen moedeloos van. Ik zie mijn hoofd al dwalen. Ben ik volgende week terug, moeten alle klussen die op ons prioriteitenlijstje stonden nog gebeuren… En daar baal ik van. Tegelijkertijd vind ik mezelf een ondankbaar kreng, want moet je toch eens kijken hoe hard Royden werkt. Mijn hoofd schiet in de analyse: is dit noodzakelijk of schiet Royden in zijn autisme en perfectionisme en saboteert hij onbewust de boel waardoor we voorlopig nog niet weg kunnen? Het zijn geen helpende gedachten en er spreekt ook weinig vertrouwen uit naar hem. Ik probeer in de verzachting te komen, maar dat valt niet mee.
Blijkbaar speelt er in mij van alles wat ik op hem projecteer. Maar dát voelen, daar wil ik niet aan… Ik loop ervan weg. Draai erom heen. Zoek afleiding. Vind andere dingen belangrijker en ga vooral niet nog dieper naar binnen. Deksel op het potje en vooral niet voelen.
Als ik woensdag, na een inspirerend telefoongesprek van bijna twee uur, op mijn fiets stap om de markt te bezoeken, voel ik me blij en energiek. Als ik eenmaal thuis ben en een broodje gegeten heb, stort ik echter in. Ik heb totaal geen fut meer. Mijn lijf wil niets meer en ik kan mezelf nergens toe zetten. Ik doe een poging om een bericht in te spreken bij een vriendin, maar merk dat ik vooral in de ratel-stand zit. Ik plof op de bank en besluit me over te geven aan een power-nap in de ijdele hoop dat ik over een half uur fris en fruitig opsta.
Niets is minder waar. De enorme moeheid is weliswaar verdwenen, de energie stroomt zeker nog niet. Ik kom in actie in de hoop dat ik over mijn eigen vermoeidheid heen kan stappen. Wat ik onvoldoende in de gaten heb, is dat ik nog steeds aan het weglopen ben voor wat er werkelijk gevoeld wil worden. Ergens sluimert het. Dat neem ik waar, maar tegelijkertijd negeer ik het. Ik voel de emoties, maar iets in mij belemmert me om de diepte in te gaan.
’s Avonds in een ZOOM call komen eindelijk de tranen. De tranen waar ik niet bij kon en die zo graag geuit willen worden. Ik besef me in het gesprek dat een deel van mij (mijn ego) het ongelooflijk eng vindt om zich uit te spreken. Ik kan het geen woorden geven, maar ik voel dat er een angst zit waardoor ik het doodeng vind om te delen dat ik het allemaal even niet weet. Dat ik twijfels heb over mijn beslissing. Dat ik niet weet of Royden de juiste man voor mij is. Dat het gewoon allemaal even heel zwaar en moeilijk en pittig is.
In dat moment besef ik me dat ik in mijn rol als ‘groot, stoer en dapper’ gestapt ben. Dat ik toch vooral niet moet lopen piepen, want ik heb per slot van rekening zelf deze spannende keuze gemaakt. ‘Tja,’ hoor ik mijn alter-ego Madeleine zeggen, ‘wie zich brandt moet op de blaren zitten. Had je maar niet zo’n ondoordachte keuze moeten maken!’
Mijn alter-ego Madeleine vindt het weer eens doodeng wat ik doe en probeert mij in alle macht veilig te houden. Goed bedoeld, maar niet heel helpend. Ik herken haar van eerdere uitdagende momenten in mijn leven, waarop ik mijn hart volgde. Het raakt een diepe angst dat ik alleen achterblijf en niemand meer van mij zal houden. Geen plezierige, maar ook geen reële. Alleen heb ik dat op dat moment niet in de gaten. Totdat ik haar de ruimte geef om zich uit te spreken. Dan kan ik haar bedanken en snap ik weer waar dit over gaat: over keuzes van het hart.
Ik besef me terdege dat ik in de relatie met Royden en in de situatie bij zijn ouders op allerlei oude patronen stuit. Het kleine meisje in mij dat zich niet gezien voelt. Dat met enthousiasme van alles wilde delen, maar waar geen ruimte voor was. En dus slikte ik het in en ging ik in de zorg-modus. Dat is wat ik doe. En ik verval in dezelfde valkuil met Royden. Ik zie hoe zwaar hij het heeft, dat oude trauma’s bij hem geraakt worden en dat hij emotioneel onbeschikbaar wordt. En dus stap ik in een oud patroon. Ik slik mijn tranen weg, neem steeds minder ruimte in en verlies mezelf…
De gedachte om volgende week terug te gaan en in hetzelfde patroon te belanden, boezemt me angst in. Want daarin kan ik mezelf wederom verliezen en dat is echt het laatste wat ik wil. Ik hoor ineens de woorden die ik vlak na de dood van mijn vader doorkreeg: ‘Laat jezelf nooit meer in de steek.’ Het zijn wijze woorden die ik echt in de praktijk mag gaan brengen.
Als ik de volgende ochtend wakker word, is het helder. De situatie waar ik in beland ben, gebeurt niet tegen me, maar vóór me. Het laat me oude patronen zien die ik mag doorbreken. Er zitten waardevolle lessen in om het anders te doen. Om niet te slikken, maar om mezelf uit te spreken. Hoe spannend ik dat ook vind. Het is een les die al eerder in mijn leven voorbij kwam en zich op steeds dieper niveau herhaalt. En dus kan ik deze uitdagende situatie ineens met andere ogen zien. Als een kans om te groeien.
Alles stroomt weer. De liefde voor Royden is terug. Met bewondering luister ik naar zijn verhalen. Hij heeft de bedrading gerepareerd, het zonnepaneel is geïnstalleerd en hij heeft een aantal handige extra’s ingebouwd. Ik voel het verlangen om bij hem te zijn.
Nog acht nachtjes slapen, dan ben ik weer in Engeland. Bij mijn grote liefde en mijn allergrootste uitdaging.