Het is de eerste dag van het grote avontuur met onze totaal gerenoveerde Betsie. We rijden richting Schotland en hebben geen idee hoe lang we weg zullen blijven. We nemen afscheid van de ouders van Royden op wiens erf we de afgelopen twee maanden aan de camper hebben geklust. We pinken een traantje weg.
In de afgelopen weken heeft Royden de camper voorzien van een nieuwe vloer, heeft hij de kachel gerepareerd, de koelkast gemaakt, het zonnepaneel vervangen, ons bed ingebouwd, nieuwe LED verlichting geïnstalleerd, nieuwe schokbeschermers geplaatst, het dashboard vervangen, de dakramen waterdicht gemaakt, een nieuwe kraan geplaatst, de olie vervangen en nog heel veel andere klussen. Ook hebben we samen de houtworm verjaagd.
De zon schijnt en het uitzicht door de enorme voorruit is adembenemend. Het landschap glooit en we zijn beiden in ons element. We zijn onderweg! Geen idee wat onze bestemming vandaag is, eerst maar eens gewoon onderweg zijn.
Na een uur stelt Royden voor om lekker door te rijden. Verrast kijk ik hem aan.
‘Ja, het is zo’n mooie dag. Waarom rijden we niet voorbij Edinburgh?’ stelt hij voor.
Ik ben helemaal voor. Ik voelde vooral dat het de bedoeling was dat we vandaag eindelijk op pad zouden gaan.
Ik kijk op de kaart om te bepalen waar we naar toe kunnen. Op de Brit Stop app die we na een tip hebben gedownload, vind ik een camping in de buurt van Lochgelly. Dat ligt veertig kilometer ten noorden van Edinburgh en wordt ons doel van vandaag.
We houden een korte lunchpauze langs de kant van de weg (met Hollandse kaas en crackers :-)) en draaien daarna vol goede moed de snelweg weer op. Die moed zakt ons al snel in de schoenen als Betsie een vreemd geluid begint te maken. Het is net alsof de turbo blijft hangen. Ook verliezen we kracht en snelheid.
‘Hmmm…. dat klinkt niet goed,’ zegt Royden hardop.
We hebben het geluid eerder gehoord, maar na een reparatie leek het opgelost. Maar dat is duidelijk niet het geval. Het landschap is heuvelachtig en bij elke volgende heuvel komen wij maar met moeite vooruit. Dat is een tegenvaller op onze allereerste dag, maar er is niets aan te doen. Ik kijk naar Royden die geconcentreerd en ietwat gespannen achter het stuur zit.
‘Redden we het naar de beoogde camping?’ vraag ik bezorgd.
Royden denkt van wel en in spanning rijden we de laatste twintig kilometer richting onze eindbestemming. God zij dank bereiken we zonder verdere problemen de beoogde camping.
We installeren onszelf en ik stel voor dat we het voor nu even laten. Royden heeft afgelopen weken keihard gewerkt en zichzelf geen moment rust gegund. Het is tijd om daar verandering in te brengen. De omgeving is prachtig en het lukt ons om te genieten van de ruimte, het gras onder onze blote voeten en het even niets hoeven.
Maar Royden zou Royden niet zijn als hij niet toch onderzoekt en puzzelt wat het probleem kan zijn. Hij weet inmiddels dat het om de koppeling gaat. Dat betekent dat de hele motor eruit moet en we een garage te vinden hebben die én weet hoe ze met oude auto’s om moeten gaan én waar onze Betsie in kan met haar formaat. Geen gemakkelijke opgave… Bovendien heeft Royden een flinke terugslag. Nu hij in de ontspanning kan, heeft zijn lijf tijd nodig om zich daaraan over te geven. We doen rustig aan.
Op de derde dag maken we voor een klein ommetje in onze Bets. Langs de weg zie ik een bordje farm shop staan. Niets zo leuk en lekker om lokale, verse producten te kopen en dus nemen we de afslag. We kopen twee enorme zakken verse rode en blauwe bessen, aardappelen en wat gedroogde producten. In de tussentijd heeft Royden op de kaart gezien dat er een garage in de buurt is. We besluiten die kant op te rijden.
Als we een klein dorp naderen waar de tijd stilgestaan lijkt te hebben, groeit mijn hoop.
‘Hier zit vast geen heel moderne garage,’ denk ik bij mezelf.
En dat klopt. We parkeren bij een oude garage met een op leeftijd ogende eigenaar. De man die zich later als David voorstelt, loopt ons lachend tegemoet.
Royden legt uit wat ons probleem is. David snapt wat we nodig hebben en wil ons graag helpen, maar hij geeft direct toe dat hij zo’n klus niet meer aan kan. Dat is jammer, maar hij is meer dan behulpzaam en stelt voor dat hij een collega belt. Dankbaar maken wij van zijn aanbod gebruik.
‘Over een week heeft hij een gaatje voor jullie,’ zegt David.
Royden en ik kijken elkaar aan.
‘Tja, als dat onze enige optie is hebben we niet veel te kiezen, maar een week wachten klinkt niet ideaal,’ is onze reactie.
Inmiddels heeft David in de gaten dat ik Nederlandse ben. In geuren en kleuren deelt hij met ons dat hij onlangs in Nederland was. Speciaal voor het concert van André Rieu. Althans, dat was het plan, maar hij belandde in het ziekenhuis. Hij was danig onder de indruk van de Nederlandse gezondheidszorg. Van alle goede zorgen eigenlijk die hij in Nederland ontvangen heeft. Van de receptioniste in het hotel, tot de huisarts en eigenlijk alle zorgmedewerkers. Hij laat ons weten dat hij graag iets voor ons terug wil doen. Het mooie pay it forward principe.
Hij krijgt de ingeving om John te bellen, die volgens hem de juiste man is met zijn ervaring als vrachtwagenmonteur.
‘Hij is nog jong,’ zegt David, ‘maar hij weet wat hij doet en hij kan vanmiddag langskomen om te kijken of hij de reparatie kan doen.’
Royden en ik knikken instemmend. Dat klinkt goed.
David is oprecht blij dat hij ons kan helpen. Wij waarderen zijn hulp en geven hem een stuk van de Nederlandse kaas die ik uit Nederland meegenomen heb, waar hij heel blij mee is. We ontdekken dat hij niet alleen de eigenaar van de garage en de benzinepomp is, maar dat hij ook het kruidenierswinkeltje aan de overkant van de straat runt en de sleutel beheert van het kleine museum in het dorp. Hij stelt voor dat wij daar in de tussentijd gaan kijken en overhandigt ons de sleutel.
Lachend kijk ik Royden aan.
‘In welk avontuur zijn we nu weer verzeild geraakt?’ vraag ik me verwonderd af.
Het verrast me ergens niet, want ik herinner me dat ik Royden en ik vaker op wonderbaarlijke wijze geholpen zijn, maar het blijft fantastisch als dingen zich op deze manier ontvouwen. Als John onze man is, is de oplossing voor ons probleem wel heel snel gevonden.
Eerst maar eens het museum bekijken.